Snor-en-Co.reismee.nl

Heraklion University

De wekker was gezet, maar eigenlijk onnodig. De nacht is wat rusteloos geweest. Veel wakker, door de hardheid van het bed, en door alle perikelen van gisteren. Ik heb het al ingecalculeerd en dus ist prima.


Ik check mijn watsap want er is veel contact met veel lieve lieverds in Nederland. Veel kan met niet doen om te helpen, maar toch voelt het contact prettig. Een warm bad, en al kan niemand echt iets betekenen, het voelt enorm prettig dat ze er zijn.


Ik vertrek vroeg aan mijn ochtendwandel langs de lange brede weg richting het ziekenhuis. De ochtendwarmte is al goed aanwezig maar tis prima. Ik heb nog een klein hapje brood over van gisteren waar ik van geniet, en rond 9u sta ik weer naast Snor zijn bed. Die heeft aardig gesplapen en zit bij mijn aankomst lekker aan zijn ontbijt van een droog broodje, een miniscuul klein peertje en twee miniatuur toastjes waar wat plastic jam op kan smeren. Eet smakelijk.

Er is nog geen arts geweest, en ook niemand om te wassen of scheren. Het rumoer op de afdeling is vervelend. Er staat een televisie aan met een Griekse zender waar veel tekst vanaf komt, en doordat bijna iedereen wel een familielid als mantelzorger naast zich heeft, is het hoe dan ook een onrustig gebeuren door de vele telefoontjes, en de gesprekken onderling. Als je voor je rust komt, moet je elders zijn.

En dus liep ik door de catacomben van het ziekenhuis. Beetje creepy is het allemaal wel. Geen licht in de gangen. Weinig poppetjes. Beetje galmerige horror parkeergarage idee. En dan, op een kruising van gangen, zie ik links van me een mini winkeltje met drankjes, koekjes, yoghurt. Daarnaast een gelegenheid met broodjes, salades en koffie. En er tegenover een winkel met jurkjes, shirts, tassen, kinderzooi en snuisterijen die niet misstaan op een rommelmarkt. Dat werd inladen …. qua drankjes dan he, de rest boeide me even niet.


In het begin van de middag staan er “ineens” wat artsen om Snor zijn bed. Het verhaal is “simpel”. Door zijn leeftijd willen ze de grote operatie doen, en dat is de hele heup. Geen geknoei met pinnen want de breuk is te groot en zijn leeftijd “te hoog”. In die hoek zit je dan ineens. Ketsjing, in your face ! De arts geeft aan dat de operatie over een dag of 3 zou kunnen zijn …. (let op “het zou kunnen”) en dat het vast ook in Nederland mag en kan. Ik geef aan dat onze verzekering anders meld en of ze dat niet even samen kunnen uitvechten omdat we graag zekerheid hebben.


Dat is mogelijk, dus ik krijg zijn naam en bel weer naar mijn vrienden van de verzekering. Dat werd een pingpong belpartij. De een wilde een mail met het medisch dossier, de ander wilde een case nummer, de een wilde een telefoon nummer van de dienstdoende arts (ut begon met een T en het eindigt op is ….. ik geloof iets van Dokter Toedeledokis … ik zat er niet eens zo ver naast met de naam Tosounidis) en de ander wilde nogmaals een aanvraag. Gedoe weer, maar zo blijf je lekker bezig. Het resultaat was in ieder geval dat ze met elkaar in gesprek gingen.


Daarna nog wat andere belletjes en watsappjes, omdat iedereen toch wel graag weet van de hoed en de rand. Logisch, maar de tijd ontbreekt gek genoeg soms ook, en dan is dat maar wat het is.

Het bed is ondertussen wel vervangen door een goed functionerende. Kheb wel even het automatische bedienpaneel ontsmet, want dat plakte nogal aan mijn vingers. GATVER ! Maar …. hij heeft dus een upgrade van bed. Goed nieuws mag ook gemeld tenslotte !


Als de middag al aardig vordert besluit ik even richting mijn thuisbasis te gaan. Even los van alles, de trolley in mijn appartement dumpen, omdat dat in het ziekenhuis gewoon niet goed voelt. De laptop zit erin, en het blijft in het ziekenhuis toch wat schimmig aanvoelen. Ik scoor een salade voor in de avond, en vertrek berregie af..


Ik pak mijn tas uit, leg mijn kleren te luchten en ben blij dat ik nog wat schoons heb en het uit kan houden tot we thuis zijn. Ik duik ook even in Snor zijn koffer, en zoek wat frisse shirts en ondergoed, want ook dat is nodig. Ik schenk mezelf een flink glas water in en besluit toch nog een blog te maken, in de zin van “leuk voor later”. Als ik lekker op dreef ben met mijn blog van gisteren, gaat mijn telefoon en blijkt het mijn vrienden van de Alarmcentrale.


Het bericht is duidelijk. Snor moet zijn operatie echt hier op Kreta doen en vervoeren gaat niet gebeuren omdat het te gevaarlijk is. Ze geven aan dat we ons in een universitair ziekenhuis bevinden en dus zijn zorgen echt onnodig en is het echt helemaal in orde. Zelfs al is de zorg zelf in mijn ogen te sneu voor woorden, aan de artsen ligt het blijkbaar niet. Als antwoord heb ik dat ik dat best geloof, maar er komt ook een stukje nazorg aan, en ik vrees dat het daar verkeerd zal gaan.


Ik zie nu weinig poppetjes rondlopen die hulp bieden op wat voor manier dan ook. Ja, iemand die de broodjes brengt, en iemand die een pil neerzet. Maar verder …. blijft het wachten en kijken wat er gebeurt. En als Snor zo geopereerd is, wie gaat hem dan fit to fly maken ? De Alarmcentrale heeft me verzocht hen in te lichten als de operatie een feit is. Zij gaan hun uiterste best doen om het zo goed mogelijk op te pakken. Als Snor maar een beetje mobiel is, is dat al genoeg om hem te vervoeren met bijvoorbeeld wat extra beenruimte. Ik vertrouw er maar op ….. en hoop met elke vezel in mijn lijf dat het snel zal zijn. Ben er nu al zo klaar mee ….. Snor ook trouwens. Laten we ons gewoon maar houden aan 1 dag tegelijk.


Als mijn belletje en mijn blog klaar is, vertrek ik weer voor een korte eind van de dag bezoek. Ik doe het laatste stukje tot de ingang in een versnelde pas, omdat er een roedel blaffende honden voorbijtrekt, achter een auto aan. Zwerfhonden denk ik zo, en die wil ik liever niet in mijn buurt. Beetje eng.

Als ik aankom bij de ingang, zit er een bewaker die vraagt wat ik kom doen. Nou ...eeeh …. ik kom gewoon weer terug op bezoek bij mijn man. En waar is mijn mondkapje dan ? Daarna een spervuur aan andere vragen. Waar ligt ie dan ? Waar is je covidtest ? Waar is je mondkapje ? Waarom heb je vorige keer een mondkapje gekregen ? Heb je geen rabies ? Intimiderende kerel die naar mijn gevoel eens even wilde laten zien dat hij een echte man was. WAT een lul. Ik geef beleef antwoord, maar hij was nauwelijks beleefd terug. Bokito kerel. Of ik even een mondkapje wilde gaan kopen aan de overzijde van het ziekenhuis ergens. Ik heb geweigerd, en gezegd dat ik 3dubbel gevaccineerd ben en ik dacht, ik laat hem mijn app zien. Die werkte niet meer, en dus moest ie geupdate. En hij maar staren naar dat traag werkende internet update gebeuren. Hij bleef ouwehoeren, moeilijk doen, en er kwam een dame met mondkapje bij hem staan. Ik was ondertussen zo boos dat ik de nu wel werkende app kon laten zien dat ik idd gevaccineerd ben, maar de tranen waren ondertussen wel weer een feit, Ik legde mijn situatie in het Engels uit, en de dame vertaalde het naar het Grieks en daarna mocht ik toch door …. zonder mondkapje. Ik denk dat die kerel mij uiteindelijk helemaal nooit verstaan heeft, maar gewoon ff lekker de macho wilde uithangen. Zooooooveel lompe boeren in het ziekenhuis.


Bij Snor heb ik lekker mijn gal gespuwd, terwijl hij aan zijn droge kippebout met teveel vlieguren als maaltijd zat. We kletsen wat, maar ik ben niet lang gebleven. Ik wilde rust, geen Grieks getetter meer om me heen. Dus ik draaide Snor zijn zweetkussen nog even om, en beloofde hem morgen tussen 8 en 9 weer terug te zijn, voor weer een doldwaze wachtdag.

Thuis gooide ik het verhaal van vandaag er maar meteen in, dus nu ben ik weer bij. Het is een beetje rollercoaster, met al die telefoontjes, gesprekken met de arts, de onzekerheid van afgelopen dagen. Nu weten we dat we nog een dag of 3 moeten wachten. Het is wat het is. Het geeft toch rust. Nu Bokito nog ontwijken. Ik heb iig nu 2 mondkapjes in mijn tas. Die doe ik op als ik binnenloop en steek daarna lekker mijn tong naar um uit. Sukkel !

Heraklion

En toen belanden we op de laatste dag van onze vakantie. Tijd om naar huis te gaan. De spulletjes waren al gepakt, dus het was een kwestie van nog de kleren aan, nog wat toiletartikelen terug de koffer in en Snor ontbeet nog even op het buitenterras. En daar ging het mis.


Even snel de drempel over stappen mondde uit in een valpartij, een doffe klap en een hoop gekerm. Snor lag gestrekt met een van pijn vertrokken kermend gezicht. Geen idee hoe het gelukt is om 80 kilo op een stoel te krijgen, maar het was gelukt. Zijn rechter/slechte been kon niet meer belast, maar we hadden een vliegtuig te halen. En dus. Ontbijtje erin, en een morfinepil om de zwaarste pijn te onderdrukken. Ik propte ondertussen de auto vol met koffers, en reed de auto recht voor. Het was nog even paniekvoetbal omdat er meer mensen vertrokken, en die moesten allemaal langs de plek waar ik geparkeerd had. En dus … vooruit om mensen door te laten, achteruit om mensen door te laten, maar Snor moest ook de auto in, want ja, we wilden OOK ons vliegtuig halen ! Dan maar de auto ons terras op manoevreren, op een paar centimeter van de voordeur om de afstand van de stoel tot de auto minimaal te houden. Met behulp van onze buurman is dat millimeter voor millimeter gelukt. De stresstranen waren ondertussen ook begonnen met stromen en daar was geen houden aan.


In een half uurtje belanden we op het vliegveld, en ik parkeerde de auto op de invalidenplaats en sjeesde naar binnen voor een rolstoel met begeleiding. Eenmaal gevonden en geregeld, weer terug naar Snor om hem in de rolstoel te hijsen. De begeleider vertrouwde het zooitje niet zo erg, en terwijl ik vertrok om de auto in te leveren, reed Snor alvast naar de incheckbalie. De auto ingeleverd, maar toen moest ik nog terug met een taxi, want 2 dikke koffers, een trolley en een handtas kreeg ik echt niet in mijn eentje over deze afstand verplaatst. En dus weer wachten, terwijl het ondertussen maar later en later werd.

Terug bij Snor bleek dat hij toch een gecheckt moest worden bij de arts voor hij het vliegtuig in mocht. Die was er snel uit. Hier was een rontgen nodig en dat zou in het ziekenhuis gebeuren. En daar ging onze vlucht. Die konden we nooit meer halen nu, en dus zetten we onze zinnen op een dagje later, want die val zou vast enkel een opgerekte spierenverhaal zijn. De arts legde uit dat ijn tranen niet nodig waren, alles zou goedkomen. Wist ik best, maar vertel dat mijn tranen maar eens. Weer wachten en nu op de ambulance. Spoed was het allemaal niet, en na een uur kwam ie opdagen. We waren opgedragen maar even een tasje te vullen met wat toiletartikelen of andere zaken die we de eerste dag nodig konden hebben. De koffers lieten we achter bij de 'lost en found” en konden we morgen wel oppikken. Met koffers naar de eerste hulop was geen mogelijkheid. Zonder sirenes (toch jammer) zijn we Heraklion ingereden, en gedropt bij de eerste hulp.

Nog nooit heb ik zo'n geongeorganisseerde toestand gezien. Eerst 20 euro “parkeergeld” betalen, dan krijg je een formulier op je bed, en kun je wachten. De ruimte was klef, heet, nul airco, en geen zorgpersoneel te zien en niemand die ons wat uitlegde over de gang van zaken.Wel veel deuren, gangen vol mensen, kiertjes van deuren richting de hulpruimtes, en gore toiletten. Arremoe !


Snor moest ondertussen wel toileteren, dus ik ging op zoek naar hulptroepen. Een niet geslaagde uitdaging. Dan maar naar de dames aan de balie, maar die sprak nauwelijks Engels. Top ! Toilet snapte ze nog wel, en dus ging ze me voor, om te wijzen waar het toilet was. Een klein stinkend hok met een vieze vloer, waar met de beste wil van de wereld geen bed in past. Ik heb het meerdere keren uitgelegd, maar nee …. ze kon me niet helpen. Eenmaal op zoek naar een poppetje zorg werd iemand aangewezen om Snor te komen helpen. En daar bleef het ook bij. Dan maar zelf op zoek naar een oplossing, en na het vinden van een plasfles, was de plaslocatie ineens makkelijk.

Al geef ik het je te doen. Middenin een volle wachtruimte, poppetjes links en rechts van je bed, onder je laken met je blote piemel in een fles, en ik creeerde nog een soort van privacy door een vest hoog te houden. En dan ontspannen. Dus ….. ik geef het je te doen, maar de nood was hoog, dus uiteindelijk was een natte broek bespaard.

Ondertussen wachtten we maar, en wachtten we maar. Het bed werd zonder informatie verreden richting de rontgenruimte, alsof je niet met mensen werkt, maar met identiteitsloze wezens. Ook daar was het wachten en wachten. In de rontgenruimte waren ze ook niet zachtzinnig. Het bed ging lekker rap plat (pijnpijnpijn natuurlijk), een plastic harde mat onder de billen en dan schuiven richting de rontgentafel. Plat liggen is zowiezo al een crime, maar dit was wel even boerengedrag. Lomperds. Snel een kussentje onder het hoofd, schoentjes uit en riem los en broek laag. Of ik even kon helpen. Yo …. tuurlijk joh. Daarna moest ik ophoepelen en al snel mocht ik weer helpen Snor weer toonbaar te maken. En terug naar de hete wachtruimte om nog maar wat te wachten.


Na verloop van tijd mochten we ons melden bij de “pleisterplaats” waar vermoedelijk gegipst wordt, en die stond ook in verbinding met 2 andere ruimtes waar ook mensen geholpen werden.

De arts had slecht nieuws. De heup was gebroken. De schok kon niet groter, want we hadden ons ingesteld op een dagje later vertrekken.

De arts liet me de foto zien. Snor boos, want die zat in de andere kamer en kon niet mee naar deze andere ruimte. Ik maakte een foto van de breuk en liet het hem zien. Het verhaal was dat er geopereerd moest worden, en hij naar de zaal gebracht zou worden. De artsen waren morgen wel aanspreekbaar, en het vermoeden bestond dat de operatie in Nederland uitgevoerd kon worden.


We belanden uiteindelijk op zaal. Op een bed waarvan de rugleuning niet automatisch omhoog kon.

Met twee dames sterk, en een kerel die hier al sinds half juni verblijft (!!) is de rugleuning naar comfortabeler hoogte gezet. Men zou op zoek gaan naar een wel functionerend bed. Mooi !

Later hebben we nog maar eens aangegeven dat het fijn zou zijn als de rugleuning toch nog wat hoger kon. Een vriendelijke dame uit de zorg drukte op het knopje van de automatische bediening, en Snor donderde meteen plat met zijn rugleuning. Drama en gillen van de pijn natuurlijk. Ik zeg al … de Engelse taal verstaan ze niet, met alle gevolgen van dien. Met wat extra handen is de rugleuning toch weer wat omhoog gekrikt. De automatische bediening hebben we maar even weggemoffeld. Zo'n actie wil je geen tweede keer.

Het kussen was van plastic, evenals het matrasje natuurlijk. Water moest je ff zelluf regelen ergens in een winkeltje in dit gebouw (met alleen maar Griekse bewegwijzering), er lopen poesjes langs het balkon en over de afdeling, maar het uitzicht is best okee. Een bijzonder gebeuren, en het wachten ging maar door.

Ondertussen vorderde de middag gestaag, en waren mijn tranen nog niet opgedroogt. Het contact met de alarmcentrale draaide op volle toeren. Van hen kreeg ik een handleiding voor dummies. Haal de koffer van het vliegveld. Regel een slaapplaats. Ik had dit nodig, want er kwam ff teveel op me af. En dus ….. slaapplaats geregeld in de buurt van het ziekenhuis. Had ik even gecheckt bij een van de dames in het ziekenhuis, want WAAR zijn we nu eigenlijk op de kaart. Het werd me aangewezen, en via booking.com pakte ik de eerste de beste stek. Daarna door naar de taxi om me naar het vliegveld te laten brengen.


Een vriendelijke man, die geen letter Engels sprak wilde me wel helpen. Natuurlijk heb ik een prijs afgesproken, en verteld wat mijn plan was …. via google translate. Ik vrees dat hij een leesbril nodig had, want hij kneep met zijn ogen, bleef lief lachen, en reed naar het vliegveld. Daar bleef hij keurig wachten. Ik rende naar de lost en found, moest ook daar wachten, maar het fijnste was dat onze koffers er gewoon stonden en ik ze zonder gedoe meekreeg na het tonen van mijn paspoort. Snel terug naar de taxi, om ze vervolgens te kunnen dumpen op mijn tijdelijke verblijfplaats.


Bleek het middenin de stad te liggen, ver weg van het ziekenhuis. Dat was ruk, maar goed …. een nachtje en dan zou ik wel wat anders zoeken. Ik toetste een verkregen sleutelcode in, maar een sleutel zat er niet in het kastje ! Ik tuurde door het raam van mijn appartement, en zag slippers en een rugzak. Wel verdorie ! Dit appartement was verhuurd ! Poolse mensen vroegen wat ik aan het gluren was naar hun kamer, en ik legde het maar even uit, voor ze dachten dat ik een crimineel zou zijn :-) Al met al …. was ik terug bij af met de slaapplaatszoektocht en moest ik ff regelen dat mijn betaling ongedaan werd gemaakt. Dat werd even een agendapunt voor later. Ik gooide er een google translate tegenaan voor de taxichauffeur, dat ik het even niet meer wist, en jankte nog wat. Ik was nu toch bezig.

Hij heeft me gered. Rondjes gebeld, meegedacht, en zo kwam ik op een kwartiertje lopen van het ziekenhuis terecht in een klein appartementengebouw. Een man hielp me, trooste me, liet me het verblijf zien, gaf me een flesje water en ik was gewoon helemaal blij. Ik had een plek !


Dus de koffers gedumpt, en weer terug naar het ziekenhuis. Ik heb de taxichauffeur enorm bedankt, gevraagd om een bonnetje van de rit om het te kunnen declareren, en heb hem leuk getipt. Iedereen blij ! Ware het niet dat ik een oud bonnetje heb gekregen van een andere dag en een andere rit. Kan ik dus mooi niks mee. Maar eens kijken of ik op een later moment die man nog zie staan op de standplaats.


Eerst terug het gebouw in. Door de gangen zonder licht, en zonder mensen, richting de afdeling van Snor, door een deur die niet zomaar open gaat. Eerst op een belletje drukken, dan doet er iemand open. Alsof ze bang zijn dat er iemand vlucht ….. met een gebroken heup. Joejoe.

Voor het donker was ik terug op mijn nieuwe tijdelijke basis, waar de vriendelijke man van even ervoor aan kwam lopen met een lekker belegd bruin broodje en nog een extra fles water. Superlief ! Zo kan het dus ook ! Doesjen was hoognodig. Met de handdoesj, want de regendoesj heeft stralen die iedere kant op spuit, behalve waar het moet. Maar met de handdoesj is prima. Stress stinkt ! En spoelt ook slecht weg zag ik, want het water stond tot mijn enkels. Geeft niks. Het is hier verder schoon, netjes, de bedden wat hard, de airco werkt niet (das wel jammer want het is goed heet hier) maar ik kan ergens even landen, al had ik dat liever in Nederland gedaan.

Stalida / Stalis

Mijn nacht stond in het teken van de wants. Ik was er al bang voor. Overal had ik een jeukerig gevoel, honderd keer draaien, en van het minste of geringst wakker worden. De verbrandde heup was ook een spelbreker, evenals de gezellige schelpjes enkelband vastgemaakt met touwtjes die je been kriebelen. Nee, de nacht was even niet een van de beste, en bij het wakker worden had ik toch weer twee nieuwe niet nader te identificeren beten op mijn been. Ik ben er een beetje klaar mee, en stiekem ben ik blij dat ik nog maar 1 nachtje in dit bed hoef te liggen, terwijl het best een okee bed is.

Rustigjes aan begon mijn dag met een prachtig uitziend, maar wel wat kleffig croissantje gezond, afgeleverd door altijd vriendelijke schoonmaak- en/of ander soort hulptroepen. Buiten heb ik het opgesmikkeld en de restjes werden veroverd door de mieren. Dat blijft een wonderschoon gezicht om te zien hoe ze een stukkie ei boven hun kop houden en het proberen hun mierenhuis in te krijgen, terwijl het stuk ei groter is dan hen zelf OF het gat waar het in moet verdwijnen. Desalniettemin was het bordje leeg toen het opgehaald werd door de grote-mensen-hulptroepen.

Ik was nogal brak van de nacht met weinig slaap, en dus trok ik me terug voor een lange powernap in de koelte. In de middag zijn we voor een laatste keer vertrokken naar Stalis / Stalida. Een kustplaatsje tussen Malia en Cherso in. Veel zin had ik niet, maar goed …. Snor wilde graag nog meer winkeltjes ontdekken, en het is onze laatste dag.

De berg over slingerend waren we in een half uurtje in Stalida. Parkeren deden we bij een hotel. Beetje stout, want dat hoorde natuurlijk niet, maar de Grieken zijn niet zo moeilijk. En dus, parkeren, en “snel” uit zicht, richting de boulevard. Niet zo hysterisch als Malia, maar wel lekker veel winkeltjes voor de baas.

Ik pakte er een, twee, drie, mee en daarna doken we een terras op. Weer veel parasolletjes voor onze neus met roodverbrande en gebruinde zonaanbidders eronder. Strandbedjes werden verkocht, en wij namen plaats in de schaduw en keken via de parasolletjes op een streepje zee met in de verte de boot van Jack Sparrow.

Drankje erbij, even genieten. Het was wel flink warm, en de wind was nauwelijks waarneembaar. Na een beetje hangen en chillen, kreeg Snor winkelbehoefte. En dus heb ik hem uitgezwaaid, en mezelf voorzien van een Griekse salade. Na een klein uur, heb ik even gecheckt of het okee was, en hij was ondertussen ver gevorderd in de winkelboulevard zonder einde.

Tijd dus om af te rekenen, de auto te pakken, en hem ergens in deze straat op te pikken. Het bleek ECHT een eindeloze straat vol (allemaal dezelfde soort) winkeltjes. Een walhalla voor Snorremans. Er worden zelfs skootmobiels verhuurd, dus wie weet komt ie ooit nog eens terug :-)

We tuften door naar de basis. Daar was NUL wind op ons terras en was er weinig meer mogelijk dan bier drinken en ademhalen. Kheb nog even de rekening betaald bij Eileen voor alle genuttigde hapjes en drankjes, en heb haar een dikke tip gegeven voor alle goede zorgen van haar en haar team. Verder heb ik nog even een broodje voor de meeneem geregeld voor morgenochtend.


Nu nog zorgen dat de koffer gevuld word met al onze spulletjes en dat we niks vergeten. Er moet nog wel avondeten genuttigd, en dat doen we lekker dicht bij huis, waar we op de eerste dag de eerste tzaziki hebben weggesmuld.

Veel trek hebben we niet, dus we besluiten ons avondmaal te delen. Allebei een stokkie souvlaki, wat brood en tzaziki, en wat frietjes. Prima zat als afscheidsmaal. Toen we zo'n beetje uitgegeten waren, kwamen uit de spelonken van ons dorp de locals te voorschijn. En wij maar denken dat er hier niemand woont ! Overdag is er werkelijk nauwelijks leven in het dorp. Maar bij ons vertrek vulde het terras zich gestaag met Griekse klanken. We vertrokken naar huis, want de tas moest nog gepakt, de blog geplaatst en ik heb nog meer slaap in te halen ook. Morgen gaat de wekker eerder dan normaal want het vliegtuig wil ik wel halen !

Avdou

Een dag die eigenlijk op 1 regel past, want we hebben het resort vandaag niet verlaten. En hoe vul je je dag dan naast een ontbijtje cruesli, en de gebakken eitjes met speklucht van Snor zonder snor ?


Dan duik je op een zwembadstoel voor het grootste deel onder de parasol, met een fles water naast je, een petje op je hoofd, en een tweede dwarsligger in de handen omdat de eerste uit is.

Je kijkt eens wat naar een behoorlijke joekel van een sprinkhaan en schiet er een fotootje van. Ook de mieren die het reuze druk hebben met het verplaatsen van blaadjes en dode beestjes worden nader bekeken. En ik maak nog even een vriendelijk praatje met een andere oudere zwembadzitster, die wel heel veel letters voor me in petto had. Nadat ik haar verhalen over vakantieperikelen, haar boeken die ze las, en in haar appartement haar meegenomen opvouwbare emmer had bekeken die reuze handig is voor tussendoorwasjes, vond ik het wel tijd om af te taaien. Ik heb ook vakantie tenslotte en vriendelijkheid houd op bij gesprekken over emmers en tussendoorwasjes.

Ik kroop even in de schaduw op het terrasje bij ons appartement, waar Snor klaarzat met de delicatesse waar we hier zo blij van worden. Bier, tzaziki, en wat brood is primmmma als lichte lunch.

Hij zocht nog even een verhaaltje over bedwantsen, omdat hij denkt dat mijn rode bloederige muggenbulten wellicht toch ergens anders vandaan komen. Alsof ik na een verhaal over bedwantsen nog trek heb om te eten, of uberhaupt nog zin heb om in mijn bed in te kruipen. Snel vergeten, snel vergeten ….... terwijl Snor na de lunch toch even een bedcheck deed ….. Gelukkig heeft ie niets gevonden en dus houd ik het erop dat die gekke rode hysterische vlekken gewoon van gekke hysterische muggen komen. En daarna wilde ik er niets meer over horen. Bahbah ….


Toen de lunch en het gesprek klaar was, hebben we nog even een videobelletje gedaan naar de meisjes. Altijd fijn ze even te zien en te spreken, en na een poeperig afscheid, kroop ik weer terug op mijn stoel en werd ons appartement ook nog even lekker opgefrist. Schone lakens op mijn bed worden op prijs gesteld (want natuurlijk blijft die wants nog wel even in mijn gedachte ….)


Het tweede boek vorderde aardig, de opvouwbare emmer gesprekspartner lag weer op haar stoel ook wegdromend in haar eigen boek, en eind van de middag was het weer opfrissen geblazen, want we gaan voor misschien wel de laatste keer de avontuurlijke route naar Velani om te genieten van een fijn diner.

Lekker bij het "raam" uitzicht over de prachtig groene vallei. Wachten tot de zon onderging en de overkapping met lichtjes nepsterren zou gaan stralen. Het eten was weer prima, en de toegift van kleine pannekoekjes met honing en kaneel ondertussen uitgebreid van 5 naar 7 pannekoekjes. En we ontploften al zo enorm, en het lukte ons nog om er 6 weg te eten. Daarna was het wel klaar. Met op je kont zitten de hele dag kweek je ook geen honger natuurlijk. We namen afscheid, en gingen in het donker de berg weer af. Gelukkig had de Mikos (de restaurantbediende) speciaal voor ons de maan “aangezet”. Beste kerel, die Mikos, want we kwamen veilig weer beneden.

De dag werd in de relaxmodus afgerond. Uitbuikend en voedsel verterend. Beetje blogje plaatsen en nog wat lezen. En morgen ….. gaan we de laatste hele dag alweer in. En zo .... is een dag van niks, toch weer wat meer geworden als 1 regel :-D

Malia / Sissi

Op een slakkentempo de eerste uren van de dag door. Beetje ontbijten, beetje in je eentje op een zwembadstoel hangen met je boekje, onder het parasolletje en ook nog op de stoel ernaast in volle bak zon. Niet te doen zo warm, en dus deed ik mn slippers uit en nam een dappere plons in het ijswater. Nou ja, een plons is overdreven natuurlijk. Voorzichtigjes ging ik het trapje af, bij elke tree even diep zuchten voor het volgende treetje genomen werd. Maar ja, eens moet je door, en een “hoe-hoe”kreet onderdrukkend trok ik mijn eerste baantje, en kwam tot de conclusie dat het water best helemaal heerlijk was. Snor hield zich koest in de schaduw op het terras met i-pad perikelen.

Het werd een aantal uurtjes van zwemmen, en lezen, maar ook ogen dicht wat rusten van alle “inspanning”. Ondertussen ist zaak te blijven hydrateren met flessenwater en watermeloenstukkies ter afwisseling.

Halverwege de middag wast wel weer klaar, en werd er aangekleed en in de auto gestapt. Bestemming Malia, want al zijn we er wel eens doorheen getuft, we hadden het nog niet echt nader onderzocht. In een half uurtje kwamen we in het dorp aan, maar het was voor mij al snel een grote desillusie.

Veel jongeren, scootertjes, clubs, verhuurbedrijven, tavernas en andere eetgelegenheden. Beetje zoals ons vroegere bestemming in Spanje, of het latere Chersonissos, maar dan in het klein. Natuurlijk ook een rits aan strandtenten, met parkeerplaatsen enkel voor de gasten. We kwamen uit bij beach-club Pleasure Beach, waar meteen door een jonge gast gecheckt werd of we wel echt voor Pleasure Beach kwamen. Eeeeh, ja, waarschijnlijk wel, maar we wilden toch eerst even kijken of het wat voor ons was.

We liepen door een poortje, kwamen op een terras met verschillende zitjes en een bonkende beat als sfeermaker. Aan het einde van het terras was de zee niet eens zichtbaar, maar wel een ontelbare hoeveelheid bezette strandbedjes met jonge hippe mensen, met boven hun hoofd evenzoveel verkoelende parasolletjes of afdakjes boven het tweepersoons chillmatras. Snor en ik keken elkaar aan en dachten werkelijk even : “Wat doen wij hier”. Hier zijn voelde volkomen misplaatst, iets wat minimaal 30 jaar geleden wel leuk had geweest, maar nu een enorm gepasseerd station. We giechelden er wel wat om maar waren het met elkaar eens ..... Rechtsomkeert en wegwezen.


We wilden met gierende banden vertrekken naar een andere (lees rustiger / sfeervoller / "ouwe bejaarden") plek, en tijdens het wandeltje naar de auto sprak een jonge gast me nog even aan en wees op Snor die doorgelopen was. Hij herkende wat er loos wat met hem, en vertelde over de broer van zijn vader die hetzelfde had gehad maar wiens verhaal minder fortuinlijk was afgelopen. Hij vond ons dapper, zwaaide een handkusje en verder kreeg ik nog een advies waar het voor ons prettiger verblijven zou zijn. Een mooie menselijk ontmoeting.

Mooie ontmoeting of niet .... we vertrokken door de wirwar van hysterische straatjes, heeft Snor nog wel even genoten van wat toeristenvallen, maar zijn we daarna echt vertrokken uit Malia, en doorgereden naar het voor ons bekende Sissi. Daar voelde we ons een stuk prettiger. Sorrie Joke voor de slechte recensie van Malia. Geen idee of we gewoon in de verkeerde hoek zaten van het dorp, maar ut stukkie waar we waren was too much.


Terug naar de vriendelijke dame uit de bediening bij de ruisende parasolletjes, die al vertelde dat ze ons opwachtte en niet begreep wat we in Malia moesten. De grootste vergissing ooit waren haar woorden, en eigenlijk waren we het wel met haar eens. Daarna de schrik wegdrinken met een smoothie voor de neus, windje door het haar, muziekje rustig op de achtergrond, en het mooie uitzicht van de baai. Niks meer aan doen en de minuten weg laten tikken.

Na wat praatjes en tips van de dame in de bediening, en nog wat andere versnaperingen, zijn we eind van de middag die enorme berg weer over gereden, terug naar de rust van Avdou. Bij een plaatselijk buurtsuper wilden we nog even wat eitjes scoren voor het ontbijt, en al was er van alles te krijgen in deze miniatuur winkel van Sinkel, eitjes waren er niet. Dan maar doorrijden naar de eerstvolgende grotere buurtsuper, en daarna echt ECHT naar ons thuisbasis.


Het avondeten is weer besteld, dus we eten weer smakelijk op eigen terras, met de tweede helft van de aangebroken fles rose, onder het genot van het krekelconcert. Stukje bij beetje nadert wel het einde van ons tripje. Dat wordt nog even keihard genieten ! Yamas !

Spinalonga

Voor het eerst hebben we de wekker gezet om de dag rustigjes maar wel volop te kunnen benutten. Dus opfrissen, ontbijten opt terras en het wordt een stralende dag want er is letterlijk geen wolkje aan de lucht. We pakken de tas en rijden het mooie eiland over, naar Elounda.

De navigatie leidt ons via de old road richting de kustplaats. Dat houd in dat het op sommige plekken weer avontuurlijk rijden is omdat er maar plek is voor 1 auto en ik dus enorm hoop niemand tegen te komen. Keerzijde is wel dat je door kneuterige kleine dorpjes komt en je beseft dat je echt in Griekenland bent en niet alleen maar met toeristengekte te maken hebt. We rijden door olijfboomvelden, ruiken wiet maar zien dat niet (echt hoor, we weten zeker dat de olijfboomboeren er een extra inkomstenbron naast hebben ), en uiteindelijk komen we bij Elounda aan.

Een kustplaatsje met weer veel bootjes in de baai, terrassen en winkeltjes er omheen, en toch al aardig wat bedrijvigheid. We kiezen de eerste de beste bootaanbieder om op Spinalonga te komen, kopen tickets

en klimmen op de niet al te grote boot. Het wordt maar een korte vaartocht van zo'n 20 minuten met de wind in de lokken en nauwelijks noemenswaardige golven (vind ik fijn !).

Aangekomen op het kleine eiland, zien we eerst een kudde toeristen. Best gek dat een lepraeiland zoveel toeristen weet te trekken. De vesting, die we achter de toeristen zien, ziet er noemenswaardig uit en dat zal de bezichtiging waard zijn. Dat is ook waarvoor wij zelf komen eigenlijk. We kopen een entreeticket en klimmen de trappen op, lopen door een toegangstunnel en staan in de vesting.

Er wordt flink gerestaureerd, en er zijn ook flink wat rondleidingen bezig waarbij van alles wordt uitgelegd en toegelicht. Wij kijken enkel plaatjes, schieten foto's van al wat we tof vinden, en zijn daar blij genoeg mee.

Thuis heb ik wel in de boekjes gelezen dat de mensen met lepra naar Spinalonga verbannen werden om zo geisoleerd te leven van de buitenwereld. Dit ivm angst voor besmettelijkhied. In 1950 kwamen de medijnen ter beschikking en mochten ze weer terug naar de maatschappij, en de kolonie bleef bestaan tot 1957.

En nu lopen wij er. Plaatjes te maken van in onze ogen sfeervolle plekjes, al was dat in de vorige eeuw natuurlijk anders. Spannende trappetjes met kinderhoofdjes waar je met slippers gemakkelijk kunt uitglijden.

Mooie uitzichten over de blauwe zee. Doorkijkjes van ruimtes die woningen zijn geweest, smalle steegjes vol toeristen, en hard werkende mensen die de boel in ere herstellen.

Kheb nog even met gevaar voor eigen leven de kinderhoofdjestrap beklommen. Dat was stijl, warm, en glibberig. Toen het pad overging in losse stenen, heb ik rechtsomkeert gemaakt. Ik vond het te link en te heet om verder te gaan met mijn slippertjes. Voorzichtig afdalen dus en kijken of ik Snor kon vinden.

Die stond een stukkie verderop bij een stukje strand, te kijken naar een schat van een kat.

Ik kroop even onder een olijfboom, want de temperatuur vloog me een beetje naar de bol. Even afkoelen dus, water lurken, koekje eten en bijkomen, en ik besloot toen enkel de rondwandeling te maken, en helemaal niet meer de berg op te gaan.

Eenmaal weer een beetje fris, heb ik mezelf bij de kraag gevat en ben verder gaan lopen. Het pad was prima te bewandelen, en das fijn voor Snor. Veel schaduw was er niet, dus na wat kiekjes was ik wel echt klaar. Ik wilde schaduw, nul beweging meer. De vesting was niet echt heel groot, dus waren we relatief snel weer bij het beginpunt.

Tijd voor een versnapering in de schaduw. Voor een klein kapitaal voorzagen we ons van wat lekkers, en namen plaats op het terrasje. Met de cola en bier in de plastic bekers, namen we een fikse slok, kwam er een enorm stevige windvlaag en spoelde een groot deel van ons kostbare vocht over Snor zijn korte broek, en blote benen. Gelukkig was er een behulpzame Belgische man die nog een zakdoekje bij zich had om het ergste op te deppen.

Hij vertelde dat ie altijd een zakdoek bij zich had, omdat hij zichzelf omgedoopt had tot Mister Catastrofe. En zo kwamen de verhalen die hij met veel plezier vertelde. Toen hij vertrok, en onze drankjesrestant genuttigd was, vertrokken we naar de aanleg-/ vertrekplaats van de boten.


We hebben wel bijna een uur moeten wachten, en ondanks dat er vele boten aanmeerden, ging er niet 1 naar “ons Elounda”. Beetje jammer, want de warmte was ondertussen echt niet zo leuk meer. Maar goed, we hoefden niet te zwemmen, want er kwam alsnog een boot waar plek was voor ons.

Instappen was wel even spannend als je benen hebt als die van Snor, maar gelukkig was er een extra helpende hand. Het was wel een andere boot dan we op de heenweg hadden, met bankjes waar mijn billetjes niet op pasten. Niet erg. Ik vond een ander plekje om te zitten, lekker in de schaduw, en al snel vaarden we terug naar de bewoonde wereld.

Daarna door in de airco van de auto, en via een andere route dan de old road terug naar Avdou. Nog even een korte stop gemaakt bij een oude Amerikaanse bak zomaar in het wild bovenop een container. Vind Snor leuk. Hoe die bak daar komt is mij een raadsel. Daarna echt door naar “huis”. Daar kropen we onder de parasol, met 1,5 liter water binnen handbereik. We fristen ons nog ff op, want in de avond hebben we, alsof het nog niet avontuurlijk genoeg was op de heenweg naar Elounda, de avontuurlijke offroad route gereden naar het restaurant met de gezellige bediening, het heerlijke eten en de paardenlucht.

En ook deze avond was het weer een groot succes. De warme broodjes met dip vooraf. Een mals stukje vlees op een spies met wat groente en zelfgefluxte knapperige friet. Een bakkie koffie en een mooie kleurige zonsondergang, plus minipannekoekjes toe.

Wat een fijne stek, wat een prachtig uitzicht, en wat een heerlijke maaltijd hebben we weer gehad. En het mooie is …. we mogen nog een keer terugkomen. Bofkonten die we zijn !

Mochos

Met de buitenluiken gesloten was het om 9u nog alsof het middernacht was. Zo voelde het ook, want ik heb nogal alert, wakker en strak onder mijn lakentje gelegen. Reden: een rij muggenbulten op onder andere mijn benen en voeten die zo ongekend jeuken en rode vlekken vormen, dat ik er niet NOG meer wilde verzamelen. Daarbij stond de airco in de nacht net ff wat te fris, zodat de rillingen over mijn rug kropen. Die twee zaken zorgden ervoor dat ik niet echt heul fris opstond.


Maar goed …. een nieuwe dag is een nieuwe dag. Dus krabbelend en jeukend heb ik me in mijn kleding gehesen om naar buiten te gaan voort ontbijt. Was het toch net ff frisser dan ik had gedacht. Wolkjes in de lucht, schaduw opt terras, en toch maar even een vestje gepakt om de frissigheid te bestrijden.

Na het ontbijt hebben we weinig spannends gedaan. We zochten een lekker zwembadbedje, en hebben ons voor flink wat uurtjes bij het zwembad geinstalleerd. Voor Snor zonder snor is het met zijn half werkende onderstel een hele opgave om een lekker zitje te vinden, maar Snor zou snor niet zijn als ie een oplossing vond. Bravo ! Het water hebben we geen van beiden bezocht. Dat was toch net ff te fris, al werd de temperatuur wel beter en beter. De parasol ging op, de lectuur kwam erbij, en de uurtjes tikten lekker voorbij.

Halverwege de middag waren we er toch wel weer klaar mee, en zijn we met de auto richting Mochos gereden. Een bergdorpje vlakbij Avdou, met een gezellig plein met wat bomen, een kerk met een terras ernaast, en onder de groene bomen nog veel meer terrasjes, kleurrijke huisjes en een paar kleine winkeltjes. Lekker kneuterig en daar houden we van.

De auto werd geparkeerd, de eerste winkel bezocht en dat was een handwerkwinkeltje van een vriendelijke dame die met een weefgetouw de mooiste dingen maakte. Kleedjes groot en klein, kussenhoezen en veel andere kunstige creaties. Handwerk zoals het hoort. Prachtig, en de verleiding kon ik dan ook niet weerstaan om een kussenhoes mee te nemen. Zij blij, ik blij.

Daarna doken we een terras op bij een man die meende ons eerder gezien te hebben. Mooi, dezelfde oneliner als de man die we gister bij het restaurant op de berg hebben ontmoet. Ik vertelde hem dat hij straks wel een handtekening kon krijgen, maar dat we eerst een plekje wilden op zijn terras. We waren meteen vrienden natuurlijk !

We hesen een biertje en nuttigde een maaltijd met een poesje op rechts. Helaas zijn we ook dit jaar weer brokken vergeten te scoren. Ut arme beest had een schurftig mager lijffie maar zijn oogjes stonden nog fris en vriendelijk. En maar kletsen zonder geluid. Zo snel als ie gekomen was, was ie overigens ook weer verdwenen.

We zaten tussen de Grieken en monniken, en keken over het plein waar het leven rustigjes voortkabbelde. Meer werd het vandaag niet, en dat hoefde ook niet.


Het rondje plein na de maaltijd was snel klaar, en dus reden we weer terug naar de basis. Beetje niksnutten op ons terras en de rest van de avond ook rustigjes weg laten tikken. Zo was de vakantie bedoelt, en zo doen we dat !

Sissi

Vandaag is het grote schoonmaakdag van ons appartement, en dus is het handig als we vandaag de hort op gingen. En zo geschiedde. Na het ontbijt stapten we tegen het eind van de ochtend in onze oververhitte auto. De navigatie werd ingesteld op de kustplaats Sissi, op een klein half uurtje rijden vanaf Avdou. Deze locatie is vooral gekozen om te bezoeken door de naam. Het klinkt zo lekker prinsesserig, en we willen graag ontdekken of het ook daadwerkelijk zo dromerig is als het klinkt


Door de bergen slingerend, met de mooie uitzichten over de dalen, en op sommige plekken een stijgings- / dalingspercentage van tien procent. Das best fors. Tuffend door de smalle straatjes van het dorpje Malia, waar ik nog even aan Joke heb gedacht omdat dit haar vakantiestekkie was, kwamen we uiteindelijk in Sissi uit.

Parkeren was eenvoudig, en we liepen al snel naar een kleine baai met aan de ene kant van de heuvel een slinger van gezellige terrasjes, die uitkeek op de andere oever/heuvel (lekker logisch natuurlijk) waar een aantal Griekse vlaggen fris aan het wapperen waren in een palmbomenbos.

In het blauwe water van de baai dobberden wat authentieke vissersbootjes met op de wal een kluwen van netten en andere visserige zaken. We waren er snel uit. Sissi maakt zijn naam wat deze baai betreft zeker waar ! Dromerig en prachtig.

We zochten na een korte verkenningstocht een stekkie op een terras die uitkeek op de palmen. Lekker onder een rieten parasolletje bestelden we een smoothie en genoten ervan met een briesje door de haren.

De overkant lokte, en toen de smoothie opwas, ben ik even op verkenning gegaan. Snor bleef lekker in de woei, en ik vertrok wandelend langs het water en de bootjes. Het wandelingetje ging verder langs nog meer terrasjes, en leidde me via een pad de berg op. Een stukje over de weg, en als snel was ik aan de overzijde van “ons terras”.

Een gezellig wandelpad met veel Grieks blauw, kleurige bloemen, heerlijk in de schaduw, bootjes op het droge, terrasjes aan beide kanten waarvan sommige met gezellig kleurige hangstoelen,

en veel schreeuwerige borden dat hier goed gegeten kon worden, en natuurlijk uitzicht over de baai. Toeristisch, maar kvond het toch sfeervol. Eenmaal door deze Griekse haag, kwam ik al snel uit bij wandelpad richting een strandje. Kiezels, zwemmende mensen, en wandelende toeristen zoals ik.

Ik sjokte even over de pier, staarde over de zee, de golven en de stenen aan de kustlijn. Natuurlijk even zwaaien naar Snor zonder snor, en daarna nog even langs de kustlijn, omdat ik de stenen altijd zo sfeervol vind bij de blauwe zee.

Even met de tenen in het water en goed opletten dat ik mijn slippertjes niet verlies. Al starend over de golven vond ik nog wat mooie stapeltjes stenen, en zelfs nog een stenen hart. Leuk !

Ondertussen had ik het wel een beetje gezien, en begon aan mijn weg terug. Snor bleek begonnen te zijn aan een ijskoffie, en ikzelf heb het verloren vocht van tijdens mijn baaiwandeltje aangevuld met een halve liter plezier. Dat smaakte extra lekker na het wandeltje.

De middag begon aardig te vorderen, en we besloten nog even wat toeristenvalletjes te bekijken. Snor scoorde een leuk t-shirt voor zijn vakantieverzameling, en bij het afrekenen begon de verkoopster te vertellen dat ze mijn Griekse ketting zo mooi vond en dan vooral het verhaal erbij.

DAT had ik nooit gehoord en ze vertelde me dat het een verhaal over de kracht van de liefde was. Twee handen in elkaar, een handpalm naar boven, een handpalm naar beneden, en dan met de vingers in elkaar klemmen. Dan is er een soort opgerolde cirkel te zien, en DAT staat dus voor de kracht van liefde. Van die dingetjes. Leuk.


Na deze wijze les zijn we in de auto gestapt om de weg naar Avdou terug te rijden. Nog even langs de buurtsuper voor vers water, en we reden weer langs het stuwmeer. We hebben gehoord dat dit meer in april nog vol stond, maar nu door droogte nog maar tot de helft gevuld is. De zichtbare leegstaande huisjes staan dus normaalgesproken onder water.

Eenmaal terug op de thuisbasis is een parasolletje op ons terras gezet en dat is top ! Zo kunnen we zonder weg te fikken lekker buiten zitten chillen tot de avond invalt.


In de vroege avond vertrekken we met de auto via 2.5 km onverhard naar een restaurant dat goed aangeschreven staat om het eten en het uitzicht. Een avontuur op zich, want het pad zit vol hobbels, kuilen en losse stenen en klimt lekker bergopwaarts. Het uitzicht wordt wel mooier en mooier, maar de rugleuning wordt niet aangeraakt, zo gefocust ben ik.

Zonder lekker banden of andere schade komen we aan bij het restaurant. Prachtig gelegen, maar het ruikt bij de parkeerplaats wat naar paarden. Blijkt er ook een manege bij te liggen. Niet heel fris als jut mij vraagt, maar we zijn hier nu toch, dus we kijken wel even.

Het terras is nog bijna leeg, maar de man kijkt wat moeilijk als ik meld dat we niet gereserveerd hebben. Toch biedt hij een mooi tafeltje aan, meteen uitkijkend over vallei. Snuitje in de zon die nog aardig krachtig is, en het dorp Avdou in de diepte. Wat een droomplek.

We hebben gezellige gesprekjes met de heer in de bediening die denkt dat we sterren zijn, en ik vraag hoe hij George Clooney aan de overzijde heeft herkent. Een andere heer, een kok met zijn arm in het verband, vertelt een sterk verhaal over een gevecht met zijn vrouw. Doldwaze perikelen. Je had erbij moeten zijn. Naast geanimeerde gesprekken was er het diner. Prachtig opgemaakt op de borden, en zeeer smakelijk ook nog eens. De paardenlucht was allang weer vergeten ! Leuke bijkomstigheid voor ons Nederlanders, het was nog voordeliger dan we dachten. Een toetje ging er ook nog in, en omdat het toch nog niet donker was, kregen we nog wat lekker van de zaak. Ik had namelijk verkondigd dat ik de weg terug graag wilde maken voor het donker werd …. vond ie onzin, en grapte er lekker over door.


De zon was ondertussen wel achter de bergen, dus het werd wat mij betreft echt wel tijd te gaan. We hebben meteen maar een tafeltje voor woensdag gereserveerd. Het was hier top en ZO gezellig. We verheugen ons NU al op het vervolg.